Vakantie naar Duitsland – Het leven gaat door

VAKANTIE NAAR DUITSLAND – HET LEVEN GAAT DOOR

De nacht na de aanrijding duurde voor mij minder lang dan de overige nachten in deze vakantieweek. Ik was vroeg wakker en wilde zo snel mogelijk wat dingen afhandelen. Er moest aan de auto gewerkt worden, zodat ik een dag later enigszins normaal terug naar huis zou kunnen rijden. En ik wilde langs bij het slachtoffer van de aanrijding. Maar er stond nog meer op het programma.

“Hoe laat zal ik me morgenochtend melden?”, had ik de dag ervoor aan de heer Timm gevraagd. “Doe maar gewoon om acht uur, de tijd waarop je altijd komt ontbijten”, antwoordde hij toen. Onrustig over de hele situatie zat ik om 07:30 uur al in de ontbijtruimte. Slapen kon ik toch niet meer, dus dan kun je maar beter beginnen met de dagelijkse rituelen. Toch had het niet veel uitgemaakt als ik pas een uur later was verschenen. Na het ontbijt ging de heer Timm eerst zijn honden uitlaten. “Reken maar op negen uur. Of nee, doe maar liever half tien”, zei hij. Ik benutte de tussenliggende tijd met het brengen van een bezoek aan het tuincentrum, dat zich op geringe afstand van het hotel bevindt.

Helaas, het tuincentrum zou pas om 09:00 uur de deuren openen. Dan nog maar wat rondfietsen in de wijk Uhlerborn. Gewoon een beetje door de straatjes rijden, huisjes kijken en wie weet, wat ik nou zou beleven. Het zou bij alleen huisjes kijken blijven. Om even voor 09:00 uur was ik weer bij het tuincentrum. Ik bekeek eerst aandachtig de karren met planten die buiten voor de deur stonden. Niet dat ze echt mijn interesse hadden, maar het vormde een goede overbrugging van de laatste minuten tot de deur zou opengaan. Eenmaal binnen heb ik de verkoopster van verse snijbloemen uitgelegd wat er de vorige dag was gebeurd. Ik vroeg haar advies voor een mooi boeket of iets dergelijks. Dat wilde ik naar de 79-jarige dame brengen.

De verkoopster toonde me een klein, maar heel mooi bloemstukje. Een soort miniboeketje dat speciaal is geprepareerd. Er zijn drie echte rozen in verwerkt, maar het boeketje hoeft geen water te hebben. Sterker nog, als je het water geeft, dan kun je het vrij snel daarna weggooien. Zet je het droog in een vaasje, dan staan de bloemen, dankzij een speciale behandeling, minstens twee jaar! Als koper kreeg ik er een flyer bij, die ik aan de ontvanger kon geven. Daarin stond precies beschreven hoe je het boeketje het beste mooi kunt houden. De verkoopster toonde me een paar exemplaren en wees er eentje aan. Die vond ze goed passen bij de tijd van het jaar.

Ergens is dat heel onlogisch voor een boeketje dat twee jaar in huis blijft staan. Toch koos ik voor dat exemplaar, omdat het uiteindelijk gaat om het eerste moment. Ik kocht het boeketje en bracht het naar het hotel. Daar legde ik het op de voorbank van mijn auto, die sinds de vorige avond bij de garage van het hotel stond. Een eenvoudige garagebox, vol gereedschap, waar de heer Timm zijn klusjes doet voor het hotel. Hij heeft er van alles bij de hand, om als doe-het-zelver goed uit de voeten te kunnen. Verder stond er een motorfiets in de garage, ik veronderstelde dat die van hem is.

In het hotel ben ik beneden in de hal gaan zitten, wachtend op zijn komst. Toen ik iets later zijn vrouw sprak, vroeg ze me of we al bezig waren met de auto. Ik schudde ‘nee’, maar toen ik naar de auto keek, zag ik dat de motorkap omhoog stond. Hij bleek al te zijn begonnen met de werkzaamheden die nodig waren om een veilige rit naar huis te kunnen bewerkstelligen. Er moesten drie dingen gebeuren. De bumper moest aan de linkerzijde vastgezet worden. De linker koplamp moest vastgezet en afgedekt worden en de kentekenplaat moest weer aan de bumper geschroefd worden. Relatief simpele klusjes voor iemand die handig is, maar voor mij een zegen dat ik hulp kreeg van de heer Timm.

Het vastzetten van de bumper was het meest intensieve karwei. Dat moest gebeuren met een schroef, die ergens in een metalen deel van de auto moest worden geschroefd. Ik drukte de bumper zo hard mogelijk op de juiste plaats en hij draaide met een elektrische schroevendraaier de schroef erin. Het duurde even voordat dit lukte, maar na een aantal pogingen zat de bumper goed vast. “Die gaat niet meer los hoor”, zei de heer Timm tegen me. Over de koplamp, die inmiddels met tape was vastgezet, hebben we stroken transparant tape geplakt. Dit moest voorkomen dat er water in de kap zou komen, terwijl tegelijk het zicht gewoon goed bleef.

Ik vertelde dat ik, na afronding van deze werkzaamheden, naar de dame zou fietsen om haar bloemen te brengen. Daarna wilde ik alsnog doorfietsen naar Wiesbaden, de stad die ik de dag ervoor had willen bezoeken. “Naar Wiesbaden op de fiets? Weet je wel wat je jezelf dan aandoet?”, zei mevrouw Timm. Ik schudde mijn hoofd. De heer Timm zei: “Je auto is nu toch weer in orde? Neem gewoon de auto, dat is veel beter.” Geheel tegen mijn gewoonte in nam ik zijn advies aan. Eerst naar Budesheim met de auto en daarna door naar Wiesbaden. Zo moest het gaan gebeuren. In het navigatiesysteem lukte het me niet om Budesheim te vinden. Hij stippelde een route uit richting het westen, terwijl Budesheim toch echt oostelijk van het hotel ligt. Dan maar uit het hoofd, op basis van de kaart die ik eerder had gezien.

Ik slaagde erin om de betreffende straat zeer dicht te benaderen. Na iemand de weg te hebben gevraagd bleek dat de straat waar ik moest zijn tweehonderd meter voor me lag. De woning van de dame in kwestie bevond zich op de hoek. Ik belde aan en wachtte af. Even later klonk haar stem door de intercom. “Wie is daar?” Ik noemde mijn naam en gaf er als toelichting bij dat ik de man was van de aanrijding gisteren. Een zoemend geluid volgde. Het slot ging van de deur en de dame kwam me tegemoet. Ze was aan het bellen, maar rondde het gesprek snel af, zodat ze mij kon begroeten. Mijn komst werd zeer op prijs gesteld. Ze was verrast, omdat ze zich niet had gerealiseerd dat ik haar adres kende.

Ze vertelde dat ze bekomen was van de schrik en dat ik me geen zorgen moest maken over haar situatie. Alles was in orde en ze vond het erg fijn dat ik de moeite had genomen om langs te komen. Ik heb haar mijn hele verhaal verteld. Van mijn vader, die in Assmannshausen had gewoond. Van mijn moeder, die in de jaren ’60 naar Duitsland vertrok om er te gaan werken. Hoe ze elkaar hadden ontmoet en dat ik in Wiesbaden ter wereld kwam. Hoe ik uiteindelijk, op vijfjarige leeftijd, met mijn moeder naar Nederland verhuisde. Zij vertelde over haar eigen verhuizing, die ze net achter de rug had. Over haar auto, die ze destijds nieuw had gekocht en waar ze al zevenentwintig jaar in rondreed. Over haar dochters, van wie ik de oudste had ontmoet.

Het werd een gezellig gesprekje bij een glaasje mineraalwater. Ze was niet boos, ze realiseerde zich dat het een fout is geweest die iedereen had kunnen maken en dat we de tijd niet meer terug kunnen draaien. Het is zoals het is, meer kunnen we er niet van maken. Ze spoorde me aan om vooral nog van mijn laatste vakantiedag te genieten. “Ga nou maar snel naar Wiesbaden, want vanmiddag gaat het regenen.” Haar woorden deden mij goed. Ik was blij dat ze de hele kwestie zo opvatte en ik was vooral blij dat ze verder gewoon helemaal in orde was. Ze had wel van de arts het advies gekregen om het een aantal dagen rustig aan te doen, maar daar kwam volgens mij weinig van terecht. Ze maakte zich nu alweer zorgen over een schade in de badkamer, die ze direct moest melden. “Anders denken ze straks dat ik het gedaan heb.”

Ik nam afscheid van deze vriendelijke dame en stapte weer in mijn auto. Bestemming: Wiesbaden. Ik reed naar het centrum van de stad en vervolgens nog een stukje verder. Ergens in een woonwijk zette ik de auto neer, om daarna met de fiets de stad verder te gaan verkennen. Dat is nog een hele klus, want Wiesbaden heeft veel steile hellingen. Af en toe ben ik even afgestapt om op adem te komen en om wat foto’s te maken. Wiesbaden telt veel prachtige gebouwen, zowel woonhuizen als bedrijfsgebouwen met een eeuwenoude historie. De volgende reeks foto’s geeft een goede indruk van wat je er zoal ziet tijdens een tochtje door deze stad.

IMG_20170818_132058

IMG_20170818_132234

IMG_20170818_132515

Op de volgende foto zie je goed de hoogteverschillen in de straten van Wiesbaden. Ik hou de camera hier recht voor mij uit, dus horizontaal en niet met de helling mee. Je ziet dat het paaltje met het verkeersbord al nauwelijks in beeld is, terwijl dat bij een horizontaal lopend weggedeelte veel hoger op de foto zou staan.

IMG_20170818_132912

IMG_20170818_133336

IMG_20170818_133615

IMG_20170818_134104

IMG_20170818_134434

IMG_20170818_134712

IMG_20170818_134903

IMG_20170818_135400

IMG_20170818_135426

IMG_20170818_135453

IMG_20170818_141004

Eén van mijn doelen voor deze dag was het eten van een echte Duitse braadworst. Ze hebben in Wiesbaden zelfs een eigen variant en die heb ik mij goed laten smaken.

Daarna heb ik nog wat rondgewandeld en -gefietst.

IMG_20170818_141107

IMG_20170818_141612

IMG_20170818_143012

IMG_20170818_143216

Hier ben ik gestopt voor een ijscoupe:

IMG_20170818_145234

IMG_20170818_145934

IMG_20170818_151441

IMG_20170818_151957

En natuurlijk mocht een foto van het stationsgebouw niet ontbreken:

IMG_20170818_152203

Met de wetenschap dat het in de loop van de middag nog flink zou gaan regenen, ben ik na een paar uurtjes weer terug gefietst naar mijn auto. Tijdens dat fietstochtje begon het al te regenen, maar de echte bui viel pas toen ik weer in de auto zat. Ik reed terug in de richting vanwaar ik gekomen was: Mainz. Daar had ik namelijk nog een afspraak met iemand. Je zou het gerust een ‘date’ mogen noemen. Een afspraak met een voor mij onbekende vrouw. Zou die ontmoeting daadwerkelijk plaatsvinden? Of werd ik door iemand met minder fijne plannen misleid? Wat er die avond in Mainz is gebeurd, vertel ik in het volgende deel van mijn reisverslag.

>>> NAAR HET VOLGENDE DEEL

EERDERE DELEN:

01 – Introductie

02 – Terug naar mijn jeugd

03 – Herinneringen aan mijn vader

04 – Bijkomen aan de Rijn

05 – Een dagje naar Mainz

06 – Onverwachte wendingen